
Verschoppelingen
„Een nieuw logeetje voor 't slot !" zei hij, terwijl hij de paarden aan den korten teugel omwendde. Hij beklom de bok, en 't rijke gespan liep weer huiswaarts.
Mevrouw Van Olmwold wist niet, wat van de zaak te moeten denken, toen ze, door 't raam, het rijtuig met Marie er in terug zag keeren. ...

Feuilleton.
55) Voor zijn huisgenooten en zijn vader bleef hij uiterllik de geloovige Paul. Hij redeneerde altijd liefst uit de Schrift, en niemand merkte het, dat het hoe langer hoe meer zijn hart koud liet. Hij ging even trouw naar Kerk en Zondagsschool als altijd, bleef streng voor zich zelf, toegeeflijk ...

Verschoppelingen
Wat had hij nu van avond weer veel te vertellen thuis ! En die lekkere reepen chocolade ; ze waren met hun elven, elk een partje van een reep en dan schoot er nog één partje over voor voor Geertje, de kleinste ; die mocht wel twee partjes hebben, omdat ze de kleinste was.
Aan Virginie en Augu ...

Verschoppelingen
Op het slot en in den tuin heerschte onder heel het dienstpersoneel de feestelijke drukte, die aan den grooten dag voorafging : er was zooveel te bezorgen, maar elk volvoerde de opdracht met energie en blijheid, alsof allen deelgenooten zouden zijn van het groote geluk, leder was het zich bewust, ...

Verschoppelingen
't Was Koen en Hilda er natuurlijk om te doen, om den jongen te houden. Hillebrand zat geduldig te luisteren tot man en vrouw zwegen. Dan vroeg hij :
„Je krijgt zeker heel wat geld toe op den jongen ? "
„Hèh? Watte? Toe? Toe van Dolle Teun ? Van dien gierigen, schrieperigen oliebol ? Toe ...

Verschoppelingen
„Maar begrijp je 't wel goed? Als de barmhartigheid wreed is, wat is dan wel de hardvochtigheid en boosheid van de goddeloozen ? "
„Daar zeg je wat, Marie ! Daar heb ik nooit aan gedacht."
„Denk daar eens over na ; maar geef mij eerst wat van je koffie, als je over hebt: ik heb dorst en h ...

Verschoppelingen
„Nu ben ik zoo blij, mijnheer! Ik dank u, en ik dank freule Virginie en ik dank u allemaal. Nu zal ik gauw naar huis loopen en 't Marie vertellen."
Hij begon reeds te groeten en zette zich in beweging om heen te gaan.
„Maar jongen, dat is bijna drie uur loopen, en 't is nacht. Je hebt het ...

Verschoppelingen
„Wil je nog koffie, Marie? "
„Heb je nog een beetje ? Maar ze is koud; je moest ze warm kunnen maken !"
„Als 't niet zoo Iaat was, zou ik nog wel een vuurtje maken ; maar ik ben te ver van mijn stookpaats. Je mag 't niet overal doen: er zou brand komen en al de hei ging verbranden en de g ...

Verschoppelingen
Ja ! — zei ze nu beslist — ik doe het ; vader heeft ook gezegd, dat ik zelf Koen moest zien te spreken, om hem uit te leggen, wat de koe mankeert !"
„Maar dat kon je mij óók wel zeggen, als Koen er zelf eens niet was. Wat scheelt 'm ? Ik denk dat hij een keteltje vol sterke koffie moet hebben ...

Verschoppelingen
„Jij hebt dus wél den Bijbel gelezen en gelooft er niet aan. Ik lees er veel In, en voor mij is 't zeker, dat God daarin tot mij spreekt. Houd je mij voor gelukkig, of ongelukkig ? "
Ze keken elkander vlak in de oogen.
„Ik houd he voor nog al gelukkig."
,,Ben jij gelukkig, Wüsting ! m ...